MANTELZORG GEEFT MIJ VOLDOENING, IK VOEL ME VOLDAAN ALS IK BIJ MIJN OPA BEN GEWEEST

‘Ik doe dit al bijna 2 jaar, samen met mijn familie. Ik blijf ook slapen en help mijn opa bij het wassen en maak zijn ontbijt klaar: thee en een eitje met olijfolie. Hij kan niet alleen zijn.’ Ibrahim zorgt vooral op de ochtenden voor zijn opa. ‘We doen dit ook uit bezorgdheid, we willen hem niet alleen laten, je weet maar nooit. Als er wat gebeurt en er is niemand bij hem, dan komen we er te laat achter.’ Zijn familie overlegt wanneer hij kan en probeert Ibrahim zoveel mogelijk in te roosteren op de ochtenden en niet op de avonden, omdat Ibrahim dan werkt of voetbalt. Met de baas van de snackbar heeft Ibrahim een goede band. ‘Hij weet van mijn situatie en hoe het zit. Ik doe veel voor hem. Als er een probleem is, help ik hem. Dat is wederzijds. Als er iets onverwachts met mijn opa is, zou ik het ook kunnen regelen. Heel chill. Gelukkig woont mijn opa in de buurt.’

‘Mantelzorg geeft mij voldoening, ik voel me voldaan als ik bij mijn opa ben geweest.’ Ibrahim zorgt voor zijn opa, naast school, werk en voetbal.

VOETBAL IS MIJN UITLAATKLEP

Ik doe dat twee avonden en op zondagochtend. Lekker een potje voetballen. Vooral als ik een drukke week heb gehad, dan kan ik het er allemaal uitgooien.’ Binnen de wijk waarin Ibrahim is opgegroeid heeft hij een vaste vriendengroep. Bij het voetbal ziet Ibrahim zijn vrienden. Ook werken vier vrienden bij dezelfde snackbar. ‘Het zijn hele goede vrienden, die weten het van mijn opa. Ik heb het hen niet me-teen verteld. Pas toen zij zagen dat er wat aan mij was, heb ik het hen verteld.’

CULTUURVERSCHIL

De vrienden van Ibrahim zijn vooral Nederlandse jongens. ‘Zij hebben andere normen en waarden geleerd. Dat is heel anders dan in de Marokkaanse cultuur, bij onze cultuur hoort het zorgen voor je familie. Ik wil niet dat zij denken, ja weet je, je kiest er zelf voor, je hoeft het niet te doen. Voor mij is het iets wat ik wél moet doen. Voor hun is het makkelijker. Ik kan wel zeggen vandaag doe ik het niet, maar het is mijn opa. Ik moet het wel doen. In de Nederlandse cultuur leer je om zelfstandig en onafhankelijk te zijn. Dat vind ik ook erg mooi. Maar de zorg voor familie heb ik altijd meegekregen en ook om mij heen gezien. Dat hoort erbij. Soms is het moeilijk een evenwicht te vinden, maar vaak lukt het.’

HET LIEFSTE HELP IK JONGEREN OM WEER OP DE RAILS TE KOMEN

Ibrahim heeft zelf een korte tijd hulpverlening gehad. ‘Toen ik 15 was ben ik zelf in een moeilijk situatie terecht gekomen en heb ik hulp gekregen, Dat heeft me heel erg geholpen. Daardoor kwam ik achter de sector welzijn i.p.v. economie of sport. Ik vond het zo mooi hoe zij mij hielpen. En daardoor dacht ik dat wil ik ook gaan doen.’ Datzelfde jaar haalde Ibrahim zijn mavodiploma en heeft hij zich meteen aangemeld bij de zorgopleiding van het MBO Amersfoort. Na deze opleiding wil Ibrahim aan het mbo studeren. Hij wil werken op woongroepen, met jongeren die uit huisgeplaatst zijn. ‘Het lijkt mij een mooi beroep en ook een uitdaging. Het liefste help ik deze jongeren om weer op de rails te komen. Ik heb het zelf niet zo heftig meegemaakt, maar het heeft voor mij toegevoegde waarde om juist deze jongeren te helpen.’

VOOR DE ZORG VOOR MIJN OPA KRIJG IK LEERPUNTEN

Voor de zorg voor zijn opa krijgt Ibrahim geen studiepunten. Wel wordt er rekening gehouden met zijn afwezigheid. ‘Dat vind ik eigenlijk al genoeg. Soms mis ik 2,5 uur. In overleg met de schoolloopbaanbegeleider (slb’er) wordt er rekening met mijn situatie gehouden en is er overleg geweest met de teamleiders. De zorg voor mijn opa verbreedt mijn kennis en ik krijg hiervoor leerpunten voor de doelgroep ouderen.’

IK LET ZELF OP DAT IK NIET TE VEEL UREN MIS

De slb’er heeft Ibrahim benaderd met de vraag: “Ibrahim is er wat? Wat mij opvalt is dat jij op bepaalde ochtenden er niet bent.” Ibrahim heeft toen verteld wat er speelde en heeft afspraken gemaakt. ‘Als ik er niet ben dan geef ik het aan bij mijn slb’er. Ik let zelf op dat ik niet te veel uren mis. Ik wil niet dat ik er te vaak niet ben. Soms moet ik lesstof inhalen en soms moet ik alleen een eindproduct inleveren. Dat eindproduct probeer ik zo goed mogelijk te maken. En met een groepsopdracht zorg ik dat ik het leerproces niet ophoud.’

MIJN KLASGENOTEN REAGEERDEN HEEL POSITIEF

Ook vroeg de slb’er aan Ibrahim of hij aan zijn klas wilde vertellen dat hij voor zijn opa zorgt. ‘Eerst had ik een beetje twijfels. Hoe gaan ze reageren. Ze zullen het wel raar vinden. Ik heb het eerst alleen in het mentorklasje te verteld. Hun reactie was anders dan ik had verwacht. Ze waren allemaal heel positief en er was heel veel begrip. Dat heeft het makkelijker gemaakt om het later ook aan de rest van de klas te vertellen.’ Door het verhaal van Ibrahim heeft ook een meisje uit de klas verteld dat zij voor iemand zorgt.

PRATEN HELPT ECHT!

Door het bezoek van de campagnebus #Deeljezorg is er een start gemaakt om over zorgtaken te praten. ‘Veel mensen, waar je het niet van zou zeggen, zorgen voor iemand anders. Knap dat hoe meer verhalen er verteld werden hoe meer verhalen er kwamen. Het zou mooi zijn als dit ook in andere klassen besproken wordt. Praten helpt echt! Als degene het niet wil begrijpen dan is het pech maar ik zou het wel vertellen.’

WAT HEB JIJ NODIG?

Wat kun je adviseren aan een vriend die mantelzorgt. ‘Je kan vragen: “Wat heb jij nodig? Wat is jouw uitlaatklep? Heb je iets waar je helemaal de focus op hebt?” Mij lucht dat op. Dat helpt mij heel goed. En ik zou aanraden om het op school te vertellen. Dan krijg je begrip over de dingen die je gebeuren.’

Tot slot zegt Ibrahim: ‘Mantelzorg geeft mij voldoening, ik voel me voldaan als ik bij mijn opa ben geweest. En mijn opa laat ook merken dat hij mij waardeert.’

admin
info@jongemantelzorg.nl
Geen reactie's

Geef een reactie